Nauwkeurigheid ver achter de komma is een illusie
Inleiding
Alle economische kerngrootheden worden in tienden en soms honderden van een procent gerapporteerd. Dit wordt niet gerechtvaardigd door de nauwkeurigheid van het onderliggende statistische materiaal. Dikwijls valt het teken van een groeivoet niet wetenschappelijk te bepalen. Toch verliezen economen zich dan in het waarde willen hechten aan wat er achter de komma staat. In mijn laatste boek On the inaccuracies of economic observations (van Bergeijk 2024a) geef ik voorbeelden uit industrielanden, opkomende markten en ontwikkelingslanden van meetfouten in de grootteorde tien tot twintig (en soms wel vijftig) procent die optreden bij het waarnemen van bijvoorbeeld productie, inkomen per hoofd, werkloosheid, productiviteit, handel, lopende rekening en grondstoffen.
De boodschap dat economische gegevens veel onnauwkeuriger zijn dan men zich realiseert, is helemaal niet nieuw. Zo'n driekwart eeuw geleden werd dit al indringend aangekaart door Oskar Morgenstern, in zijn vergeten klassieker On the accuracy of economic observations. Mijn boek laat slechts zien dat de nauwkeurigheid van economische waarneming sindsdien grosso modo onveranderd is gebleven.
[....]